Golf van Napels met gezicht op de Vesuvius en in beeld is een boerengezin |
Hartekreet uit 2015: Er wordt gewoon zinloos geweld op mij losgelaten en dat al jaren, ik heb nooit mij af kunnen vragen waarom dat zo is. Volgens mij gaat het óf om vooroordeel, óf om verkeerde beoordeling van de geschiedenis en mijn plaats daarin, óf om een algemeen om zich heen grijpende ziekte of de Kerk is ziek.
Van het Huis van Oranje valt tegenwoordig weinig goeds te vermelden. Ik heb het nooit over onze relatie daarmee gehad, er nooit over gesproken. Mijn tijd is thans gekomen iets uit te richten in de sfeer van het vraag en aanbod spel waar ik zo onder heb geleden, want een verzoek om te regeren ligt er nog steeds in mijn la, gedaan vanuit de diepten der historie....het is zo dat bericht is niet eens meer in het eigen geheugen terug te vinden
woensdag 6 mei 2015
19:14
het Paleis van Nassau - de Nassaus waren nogal rijk na 1565 zeker... |
In de weergave naar een oude gravure hierboven is het Brusselse Hof voorgesteld als het Hof van Brabant met daaraan verbonden het Paleis van Nassau, hoe de straten eromheen thans genoemd worden zegt mij minder dan de toegekende verhoudingen in de weergave van de prent die ik uit liet voeren als blauwdruk, ik heb de gehele afbeelding iets ingekort en bijgesneden.
wij hebben nu meer vaste grond gevonden aan de overzijde van de Noordzee en betere contacten zijn gekomen waar er geen relatie was - Sheepstreet als antiek object |
Het moge de lezer duidelijk zijn dat bij een zo ingewikkeld en groot complex van met elkaar verbonden paleizen, burchten, binnenplaatsen en gaanderijen, en kasteelachtige bouwwerken voor hetgeen tegenwoordig genoemd zou zijn geworden de kantoren, in het beeld elk voor de eigen heer functionerend, dat de raadskamers en ridderlijke vergaderplaatsen veel geld kostten. De kosten van deze totale opzet waren uiteraard der zaak gaan meetellen in de begroting van het bestuur van de Vlaams-Brabantse vrije stad Brussel waarin de burgers gewoon zijn met elkaar hun zaken onderling te regelen, handel te drijven en de kontakten met de handelskantoren in de overige Vlaamse steden te onderhouden, binnen welks poorten bovendien een grote groep aan werkvolk en bedienden gehuisvest en gevoed moest worden. En de economische inrichting van zo'n stad zou nogal wat elasticiteit moeten kunnen bieden tegen de voortdurend gevoelde belastingdruk van bovenaf, want het eerste waar een heer aan denkt wanneer hij rechten heeft verkregen om belastingen te mogen innen is deze bron van inkomsten in zijn directe omgeving te zoeken.
Tot de in wezen bestuurlijke beslissing om tot uitvoering van meer verantwoord geregelde wetgeving over te gaan zochten de landvoogd en de adel in de roerige 16e eeuw hun heil binnen de veilige muren van het goede Brussel. In deze politieke omstandigheden zou het telkens de stad Brussel en hare ommelanden worden waarop de lasten kwamen te rusten, dat begrepen de Brusselaars maar al te goed en van de boeren in de omgeving van de stad mochten de stedelingen hooguit een nauwelijks toereikende aanvoer aan voedingsmiddelen verwachten. En van de handelaren die soms ook in de stad verbleven zullen er niet veel zijn geweest die gaarne de poorten van deze trotse stad hebben gepasseerd.