lympha Sable

lympha Sable
by Scottish graciousness

woensdag 30 augustus 2017

de opkomst van de Republiek - een leestekst

Golf van Napels
met gezicht op de Vesuvius
en in beeld is een boerengezin
Hartekreet uit 2015: Er wordt gewoon zinloos geweld op mij losgelaten en dat al jaren, ik heb nooit mij af kunnen vragen waarom dat zo is. Volgens mij gaat het óf om vooroordeel, óf om verkeerde beoordeling van de geschiedenis en mijn plaats daarin, óf om een  algemeen om zich heen grijpende ziekte of de Kerk is ziek. 
Van het Huis van Oranje valt tegenwoordig weinig goeds te vermelden. Ik heb het nooit over onze relatie daarmee gehad, er nooit over gesproken. Mijn  tijd is thans gekomen iets uit te richten in de sfeer van het vraag en aanbod spel waar ik zo onder heb geleden, want een verzoek om te regeren ligt er nog steeds in mijn la, gedaan vanuit de diepten der historie....het is zo dat bericht is niet eens meer in het eigen geheugen terug te vinden
woensdag 6 mei 2015
19:14

het Paleis van Nassau -
de Nassaus waren nogal rijk na 1565 zeker...

In de weergave naar een oude gravure hierboven is het Brusselse Hof voorgesteld als het Hof van Brabant met daaraan verbonden het Paleis van Nassau, hoe de straten eromheen thans genoemd worden zegt mij minder dan de toegekende verhoudingen in de weergave van de prent die ik uit liet voeren als blauwdruk, ik heb de gehele afbeelding iets ingekort en bijgesneden.

wij hebben nu meer vaste grond gevonden
aan de overzijde van de Noordzee
en betere contacten zijn gekomen waar
er geen relatie was - Sheepstreet als antiek object
Het moge de lezer duidelijk zijn dat bij een zo ingewikkeld en groot complex van met elkaar verbonden paleizen, burchten, binnenplaatsen en gaanderijen, en kasteelachtige bouwwerken voor hetgeen tegenwoordig genoemd zou zijn geworden de kantoren, in het beeld  elk voor de eigen heer functionerend, dat de raadskamers en ridderlijke vergaderplaatsen veel geld kostten. De kosten van deze totale opzet waren uiteraard der zaak gaan meetellen in de begroting van het bestuur van de Vlaams-Brabantse vrije stad Brussel waarin de burgers gewoon zijn met elkaar hun zaken onderling te regelen, handel te drijven en de kontakten met de handelskantoren in de overige Vlaamse steden te onderhouden, binnen welks poorten bovendien een grote groep aan werkvolk en bedienden gehuisvest en gevoed moest worden. En de economische inrichting van zo'n stad zou nogal wat elasticiteit moeten kunnen bieden tegen de voortdurend gevoelde belastingdruk van bovenaf, want het eerste waar een heer aan denkt wanneer hij rechten heeft verkregen om belastingen te mogen innen is deze bron van inkomsten in zijn directe omgeving te zoeken. 

 Tot de in wezen bestuurlijke beslissing om tot uitvoering van meer verantwoord geregelde wetgeving over te gaan zochten de landvoogd en de adel in de roerige 16e eeuw hun heil binnen de veilige muren van het goede Brussel. In deze politieke omstandigheden zou het telkens de stad Brussel en hare ommelanden worden waarop de lasten kwamen te rusten, dat begrepen de Brusselaars maar al te goed en van de boeren in de omgeving van de stad mochten de stedelingen hooguit een nauwelijks toereikende aanvoer aan voedingsmiddelen verwachten. En van de handelaren die soms ook in de stad verbleven zullen er niet veel zijn geweest die gaarne de poorten van deze trotse stad hebben gepasseerd.



het ontwerp van het paleis van
meneer de Kardinaal Granvelle
zag er met zijn ideale verhoudingen
nogal luxueus uit maar of het plan ten uitvoer
werd gebracht dat is ons niet bekend:
evenals schrijfpapier is tekenpapier geduldig 

In de afbeelding hierboven wordt een weergave gegeven van een bouwtekening voor het Palais Granvelle, in het centrum van de stad Brussel bedoeld om gebouwd te worden voor de toenmalig machtigste man in de jeugdige eenheid van de Zuidelijke en Noordelijke Nederlanden Kardinaal Granvelle die over speciale volmachten van de Paus van Rome beschikken kon en daarmee aangesteld was als het hoofd van de Inquisitie in de Lage Landen. 

De reformatie had wortel geschoten in deze lage landen en deze deed zich voor als een hernieuwing in alle geledingen van de samenleving zoals deze tot uitdrukking kwam in de nijvere handelssteden die in de delta waren samengekomen als betrekkelijk onafhankelijke bestuurlijke eenheden van vrije burgers, bevrijd van de plichten die hen door de oude adellijke structuren waren opgelegd en bevrijd van een kerkelijke structuur die de feodale verhoudingen verdedigde en daarmee een bijgeloof van onderdanigheid predikte.

Aan deze reformatorische opkomst van een nieuw denken over vrijheid en recht moest de Kardinaal de Granvelle op last van de Koning van Spanje een einde maken, desnoods met geweld, want de Koning wilde er zeker van zijn dat in zijn landen de belastingen naar zijn rijk toevloeiden zoals dat behoorde tot de gewoonten van het oude Spanje, en om daarvan zich te verzekeren wilde deze voor de meeste van die landen waarover hij salechts in naam heerste dat de inwoners van zijn gebieden de traditionele religieuze instellingen zouden eerbiedigen en volgen. De goudvoorraden in de beide Amerika's dreigden  zo langzamerhand uitgeput te raken en voor het weelderige Spaanse Koninkrijk zat er weinig anders op dan zijn rechten in het Noorden van Europa met de gebruikelijke aandrang van die niets bezitten, de priesters en de religieuzen, te laten gelden en de belastingverplichtingen op te leggen onder dwang en dreiging met geweld.

Maar Granvelle was een man met een kerkelijke functie, in het spel van koningen en paus leek nog geen zicht van een duidelijke machts- of gezagsbegrenzing te zijn aangebracht hoewel de Paus vanuit de Kerkelijke Staat geen aanspraak maakte op belastingheffingen had hij daarvoor andere vormen gevonden om tóch aan zijn inkomsten te geraken. Daar had hij zijn andere belangen in de gebiedsverdelingen op het Italiaanse schiereiland voor, om die zakelijke beslommeringen nader uit te werken, voor het overige had de bisschop van Rome weinig tijd voor 'dat soort dingen' en koesterde hij eerder de ambities die horen bij het bezigen van de gewoonten voor het nieuw ontluiken van een cultuur en denken, dat wij thans aanduiden met de term Renaissance en dus werd van de Paus verlangd te bidden voor de zonden van de wereld.   Granvelle, moederziel alleen met al zijn machtsgedachten in het koude hoge Noorden ver van Spanje en Italië, zag zich genoodzaakt het veld te ruimen voor het rumoer en het wantrouwen van de roerige vorsten verenigd te Brussel waarvan de jeugdige Willem van Oranje ontegenzeggelijk de onbenoemde leider was.  Traditioneel was het Hertogdom Brabant altijd verbonden gebleven met de Bourgondische Hertogen, die zich afzijdig zouden houden volgens de afspraken met de Franse koning gemaakt, afzijdig van strijd en machtsuitoefening in het Koningrijk der Fransen mogelijk gemaakt door overname van landen vallende onder het bestuur van Spanje of traditioneel Frankrijk.

Met het vertrek van de ambitieuze Kardinaal was er aan de Reformatie in de lage landen geen einde gekomen als vanzelf, in of omstreeks 1560/'70 zouden zelfs de Graafschappen in het Noorden van het Katholieke Frankrijk zich verklaren toe te willen treden tot de geledingen van het prinselijk gezag van deze Willem van Nassau van wiens bestuur zij grotere vrijheden en een lagere belastingdruk en minder handelsbeperkingen verwachtten dan van het altijd ruziënde hof van de Koning van Frankrijk.

Het Paleis van Nassau te Brussel - detail

De Keizer van Wenen, altijd in gebrek aan voldoende middelen voor zijn veelvoudige militaire plannen, had zijn dochter gestuurd naar de rijke lage landen, Maria van Bourgondië was haar naam, aan wie de rechten van het Hertogdom Bourgondië toegevallen waren als erfenis van haar moeder's zijde. Zij werd geacht de belastingrechten van de Keizer uit te voeren en om politieke redenen had deze laatste zich maar voor het gemak tegen  de Reformatie verklaard. Als ongehuwde landvoogdes van de Nederlanden kon de arme Maria alleen maar militaire machthebbers aantrekken om haar gezag op peil te houden en die kostten eveneens geld…Neen, zowel de Koning van Spanje als de Keizer van Wenen hadden redenen om zich ernstige zorgen te maken over de toekomst, want de burgerij der lage landen was onwillig geworden te betalen aan hun belastingopleggingen en aan de daarbij komende plichten gevolg te geven.

Voor de Prins van Oranje die geen rechten voerde in officiële zin gold al eenzelfde wetmatigheid in de middelen, bij het uitblijven van belastingrechten had hij nimmer de beschikking over voldoende gelden gekend om zijn kostbare Brusselse staat te voeren, derhalve liet Willem het paleis van Nassau in het dure Brussel over aan de verantwoordelijkheid van de Spaanse vorst, die hij aanvankelijk in het geheel niet als een vijand had ervaren. Al spoedig stuurde Philips II een nieuwe landvoogd om de zwakke Maria op te volgen aan wie het woonrecht in het paleis kwam te vervallen. En zo was Willem zijn Paleis kwijtgeraakt, een feit dat hem niet deed stijgen in geloofwaardigheid onder de ridders en de edelen van de lage landen, en hem evenzo minder geliefd maakte bij zijn familie in de Duitse graafschappen van Nassau. Het enige bezit dat hem over was gebleven waren zijn paard, zijn harnas, helm en zwaard en zijn getrainde lijf om zich als goed aanvoerder en soldaat aan het hoofd van de opstandige rebellen te stellen en mogelijk aansluiting te vinden bij de welvarende burgerij van de stadjes en de grotere steden. Het platteland was vanwege de vele strijdende partijen vrijwel uitgeput geraakt, en omdat de honger nijpende leek te worden en de Nederlanden geen zelf producerende gebieden waren begon voor de burgers de tijd te dringen dat er iets meer gebeurde dan wat de onzekerheden van de veranderende tijden te bieden had.

De resultaten van de vruchteloze onderwerping aan de diverse opeenvolgende machthebbers hadden opgeleverd op het gebied van rechtspraak, godsdienstvrijheid, veiligheid en bescherming van de handel had niet anders dan moeilijkheden opgeleverd en voortgaan op die weg zou de handel geen goed doen. Dat zag de Prins van Oranje, beroofd van al zijn goederen en hoofse relaties, ook wel in. De aantrekkingskracht van de toenemende welvaart van de met name Hollandse steden zei Willem natuurlijk wel wat, en hij had bovendien verplichtingen aan de Duitse Handels- en Bankiershuizen op zich genomen om kontakten te maken die het voor het goederen- en geldverkeer gemakkelijker zouden maken om in hoogte en hoeveelheid toe te nemen en toegang te verkrijgen tot nieuwe markten.

Aan het hoofd van een troep haveloze vissers, boeren en delinquenten bood de hoffelijke Prins van Oranje tot trots van velen verzet tegen de rovende en plunderende Spaanse huurlingen, en met behulp van Duitse gelden hem in vertrouwen gegeven om de belangen van de Duitse handelshuizen te vertegenwoordigen die natuurlijk er niets in zagen dat het Noorden van Europa werd geteisterd door vagebonden, kon de Prins ook nog eens strijdbare en goed gevoede Duitse huurlingen inzetten. Deze Willem, van het Nassause Grafelijke huis ook nog eens afkomstig, had zowel diplomatieke als militaire talenten die van belang zouden worden voor de opstandige Noordelijke steden. De kansen waren plotseling gekeerd, derhalve kon Willem van Oranje bevestigend ingaan op het smeekverzoek van de reformatorische Hollandse en Zeeuwse gezanten naar hem gestuurd vanwege de besluiten genomen door de Synode van Dordrecht, om het gezag over de Staatkundige eenheid die in ontwikkeling was op zich te nemen en er verder voor te zorgen dat de verhoudingen met de voormalige koning op de juiste wijze een plaats werd toegekend. 

Het was op voorstel van de deelnemers aan de Synode dat de Prins, die het gezag van de Synode had onderkend, en die de vrijheid bezat op de hem reeds bekend geworden beoogde benoeming door de Staten van Holland en Zeeland bij oorkonde in te gaan en het Stadhouderlijk gezag op zich te nemen in de legitieme zin van een op een evenwichtige consensus onder de gezagsbeoefenaren in de landen en de steden gebaseerd personaal  gezag. 

Al spoedig woei er een nieuw opgestoken frisse wind in de kantoren van het toch zo standvastig en trots gebleven Brussel en het denken binnen en over Kerk en Staat in de thans zich verenigende Graafschappen en Provinciën van de nieuw geboren op wetten voor een republikeinse staat berustende autoriteit van een autonoom verkozen staatshoofd ontwikkelde zich naar gelang van de geboden vrijheid voorspoedig. 

Al snel raakte het bekend dat deze zeer galante representatieve prins met zijn eerbiedwaardige komaf en achtergrond was begiftigd met een groot begripsvermogen en gevoeligheid voor politieke ontwikkelingen en verhoudingen, en dat deze graaf bekend in het Brusselse Hof zulke ontwikkelingen van  te voren op hun waarde en hun macht kon beoordelen en inschatten. Het is daardoor geweest, feitelijk vanuit zijn persoonlijke betekenis en verdienste, dat de Prins van Oranje tenslotte  rondom zich de beste en meest betrouwbare protestante edelen en burgers kon verzamelen en ook geleerden in een stadhouderlijk hof dat onverplicht was aan hogere macht of wetgeving. Nadat hij deze zekerheden voor de Republiek en de Kerkelijke gemeenschappen van ons land had ingesteld nam Willem van Oranje met recht en reden zijn intrek in het vrijgekomen Agathenklooster binnen de muren van het welvarende stadje Delft nabij het grotere Rotterdam. En hij noemde het voor die tijd ruime stenen  gebouw met de mooie binnentuin, dat zelfs op aanzien en uitstraling mocht rekenen, naar de gewoonten van een edelman de Princehof.

Zo vestigde zich het gezag van de Prinsen van Oranje in de Nederlanden en traden deze in kontakt met de bestuurlijke instellingen van de voormalige gezagsuitoefening, een instelling die als snel de Staten van Holland en Zeeland was genoemd door de vergadering, terwijl daarbij ook de  Staten der overige Provinciën werden uitgenodigd toe te treden en zich aan te sluiten bij de vrije Republiek met aan het hoofd de vanuit bestuurlijke verantwoordelijkheid op zich nemende gezagsuitoefening van de vooraanstaande Prins die eertijds zo ver weg en hoog verheven had geleken. Het pleitte voor het aanzien van de jonge Staat vertegenwoordigd door deze verstandige en vriendelijke man, dat hij tijdens de jaren van weelde in Breda en Brussel had geleerd dat een vorst zijn gezag niet aan de vrije burgers van een land in de 16e eeuw kon opleggen en dat hij zich aan deze beloftes hield.

Zo werd geboren de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën, een ongekend verschijnsel in een Europa dat gebaseerd was op het autoritaire koningschap, een nieuwe staat die met groot wantrouwen werd bejegend, in de gaten gehouden en gevolgd. En omdat de welvaart binnen korte tijd sterk toenam en er ook kontakten waren aangegaan met de traditioneel vrije protestante steden van Duitsland en de eilanden aan de overzijde van de Noordzee zagen vele burgers in datzelfde Europa langzaam in dat nieuwe horizonten waren open gegaan en markten voor de handel en de beginnende industrie waren gevonden aan de hand van die verkregen vrijheid. Allengs zou het vertrouwen alleen maar toenemen en verloren vrijwel alle vorsten in Europa aan macht, gezag en invloed en zouden er vele adellijke families bij gebrek aan bezigheden en belastingrechten in  een bankroet het einde van hun voortbestaan en erfrechterlijke machtspositie vinden. 

Een nieuw gezicht onder de kuddes van de reformatie had wonderen tot stand gebracht waarvan een modern vorst nog slechts kan dromen.


Verzonden vanuit Mail voor Windows 10

Geen opmerkingen:

Een reactie posten