om ons terug te geleiden tot de vrijheid die ons kenbaar maakte

een brief van oproep tot verzet welke toelichting behoeft in onze tijd -
deze open brief opgesteld door Willem van Oranje werd
AD 1572 - 14 april - vanuit de Dillenburg verzonden en gepubliceerd te beginnen met Amsterdam en Delft

'de meeste mensen hebben niet zoveel gestudeerd' 

Natuurlijk behoort het ergeren van een land niet tot een der doelstellingen van een studie in de sociale wetenschappen, om een land te kunnen regeren, ik zou bijna zeggen: aan te kunnen, moet men meer in zijn mars hebben dan slechts oppositioneel beeld en geluid. Het is zeer wezenlijk van de menselijke eigenschap te kunnen regeren en indien gevraagd daartoe over te gaan in een meer dan alleen als positief aan te merken zin van uitoefening van zijn wilsvermogen en het bijhouden van de verstandelijk gegeven overzichtelijkheid van het onderwerp waartoe de regeeropdracht zich betrekt dat dit innerlijk beginsel ervaren wordt als een gewoonte, in algemene zin behorende tot het gewoonterecht van een landstreek of een volk.

Meestal vormt het regeerbaar onderwerp vanuit zijn eigen aard de structuur van de systeemopbouw voor het bestand waartoe het doel wordt aangewend dat doorgaans luidt: in gesprek komen met / een dialoog aangaan met... anderen in dezelfde zin betrokken in het voorwerpelijk regeerbehoeftig gegeven.

Clemens Maria mag niet verhelen dat zij zich als de mijnen vertegenwoordigende altijd in mijn emotionele en gemotiveerde subjectiviteit heeft bewogen en daarnaar gehandeld in de zin van wat zij noemde het landsbelang dat mij boven alles gaat. Het zijn natuurlijk de mensen, de inwoners van een land, die dat land zijn bestemming geven, maar het is de vorst binnen de principaliteit welke het centrale plan vertegenwoordigt waarvanwege iedereen het er mee eens is dat de dingen zo zijn te begrijpen als zij ons zijn gegeven. Naar deze menselijkerwijs geopenbaarde structuur van oudsher bekend ordenen zich dan alle zaken het regeerbaar onderwerp betreffende.

'bouquet grise' - après la peinture par Eugène  DelaCroix

Toch is een zeker zintuig voor kennis van en  inzicht in mensen en hun sociale omgang wel van belang om die dingen te begrijpen die behoren tot de historisch gevormde identiteit van een land of ook zijn volk, en tot de staatkundige eenheid welke het verkozen heeft om omwille van een als rechtmatig beschouwde wettiging van het gezag daarin en de concrete uitoefening als uitvoerende macht van bestuur door haar regering uit te lijnen in de vorm van een wettelijk bekrachtigde bepaling en persoonlijke bepaaldheid in een keuze gesteld ter bevoegdheid van die regering die telkens weer de inwoners dienen te maken teneinde hun staatkundige identiteit te bevestigen, tegenwoordig geschiedt deze bevestiging naar keuze eens in de 4 jaren minimaal. In onze tijd wordt het uitoefenen van dit opgelegd gebod geregeld naar het grondwettig recht, in de vorm van het opnemen van zijn democratisch recht een stem uit te brengen op de persoon van iemand die de stemgerechtigde het meest passend acht bij zijn gedachten terzake van de vertegenwoordiging van zijn belang en in het besturen van dat belang volgende uit zijn gegeven rechten als burger van dit land in wetmatig vastgelegde en telkens weer vast te leggen zin. Deze vorm van staatsbestel om voor die kiezer zijn verkregen en hem gegeven burgerlijke rechten te vertegenwoordigen in het Openbaar Debat ten behoeve van besluitvorming voor het naar best vermogen besturen en ordenen van de vraagstukken waarvoor de samenleving ons stelt zijnde een vertegenwoordiging van de stemgerechtigde leden van de samenleving waarvoor deze kieswet werd uitgeschreven in het kader van het overleg binnen het Openbaar Bestuur, als de Overheid aan te merken, ten behoeve van en voorgevende de te wettigen beraadslagingen over het bestuurlijk recht voor ons land, zijnde deze beraadslagingen uitgevoerd in het parlement, de volksvertegenwoordiging in concrete vergadering bijeen, wordt genoemd onze Democratie.

Bijschrift toevoegen

Ik wil derhalve in een bescheiden zin wijzen op de brief welke in bovenstaande link is verborgen die dateert uit 1572 ten dagtekening de 14e april, en die ik mag aanmerken als het eerste begin van de staatkundige eenheid welke in onze tijd bekend staat als het Koninkrijk der Nederlanden in welke vorm of zin ook op te vatten. Om enige uitleg te geven aan de tekst, die in modern Nederlands werd vertaald, voel ik mij geroepen enkele punten van aandacht te noemen welke bij het lezen ervan dienstig kunnen zijn om een beter begrip te verkrijgen van onze tegenwoordige tijd waarin nog altijd de strekking van deze brief van verzet niets aan actualiteit heeft ingeboet.

Willem van Nassau had zich, toen hij de tekst van de brief opstelde, vanuit de Nederlanden waar hij geen vaste en veilige plaats van vestiging had kunnen vinden voor zijn Prinselijke rechten in het Prinsdom Orange, makende hem de Prins van Oranje een ook in die tijd zeer geachte en als belangrijk aangemerkte identiteit binnen de bestuurlijkheid van het Koninkrijk waarvan het deel uitmaakte. Zo is de Prins van Oranje bij voorbeeld in alle tijden lid geweest van het gezelschap der Vliesridders, de Ridders van het Gulden Vlies, een geformaliseerde positie waarmee veel rechten waren gegeven en waartoe de Prins onder de mensen ook zeer wordt aangezien.

Toen Willem van Nassau deze brief uitbracht per koerierpost en bode leefde hij teruggetrokken op het kasteel de Dillenburg in het Graafschap Nassau, toendertijd in rechte deel uitmakende van het Heilige Roomse Rijk. Het moge duidelijk zijn dat in eerste instantie zijn toekomstige bestemming ook niet zeer duidelijk moet zijn geweest in 1572 voor deze oudste zoon van Willem de Rijke. Het familieslot, waar hij ook was opgegroeid en was voorbereid voor een toekomst binnen de verhoudingen van het Habsburgse Keizerrijk, bood hem onderdak, verzorging, de veiligheid en de rust en enig vertier bovenal, alsmede de toegang tot relaties met de financiële werkelijke wereld in haar verduidelijkheid van het Grafelijk recht van Nassaue. Even van de zorgen over zijn reizend bestaan bevrijd, de Dillenburg behoorde niet meer tot een onderwerp in de belevingswereld die een machtige in het Keizerrijk genoot, kon Willem aldus hof houdende in het ouderlijk gezagsgebied van zijn familierecht in Nassau, het Prinselijk recht op vertegenwoordiging van stad en land d'Orange had hij als een erfrecht toegekend gekregen vanwege de besluiten die zijn oom René van Châlon geacht was te maken in de zin van een bestuurlijke landsheerlijke representatieve identiteit voor het Prinsdom Orange en bij een wisseling van de wacht geraakte de jeugdige graaf Willem natuurlijk onder de indruk en zeer begaan met de mahct van het Prinselijk gegeven erfdeel als een van oudsher bestaand landelijk woon- en werkgebied binnen het Koninkrijk Frankrijk. Dat de verhoudingen met het Keizerrijk voor het Koninkrijk Francia altijd moeilijk zouden blijven werd deze Willem al spoedig duidleijk, en hij besloot zijn prinselijk rehcten dan ook op een andere manier uit te oefnen dan het zijn oom gegeven was geweest. Zo was Willem's denken naar ik dit begrijpen kan gevormd en zich opnieuw vormende, als het ware zich in hervonden zelfstandige betrekking orienterende op zijn achtergrond en afkomst - 'back to the roots' zoals wij zouden zeggen - in een tijd dat familieverwantschap al minder van belang geraakte in politiek actuele zin wanneer het ging om de bezits- en machtsverhoudingen binnen het Heilige Roomse Rijk, dat naar werd aangenomen de West-Europese opvolging regelde voor het gezag van het Romeinse  Rijk waarop alle vormen van bestuurlijke aard ook in die tijd waren gebaseerd of daarmee werden gerefereerd.

Keuleman's - onze vogels - 1929

Kennelijk kon Willem van Oranje vanuit de stabiliteit welke zijn verblijf in Grafelijk familiehuis te Nassau hem bood alsmede vanuit de zekerheid die uitging van de kerkelijke betrekkingen daarmee verband houdende als Duits Vorstendom aldaar beter beoordelen wat er in de Nederlanden gaande was en waarom en om welke redenen hij geroepen was de misstanden te bestrijden die hij in de brief noemt alsmede vorm te geven aan een denken over het ontstaan van een binnen de vrijheden die de Koning hem oorspronkelijk nog te Brussel had verleend van een zelfstandige politieke eenheid, waartoe hem ook zijn opdracht vanwege het Habsburgse Keizerrijk gegeven door Karel de Ve hem het recht had verleend.

afbeelding hieronder toegevoegd: een vanuit de zijde van de vrienden in het Michelse beginsel van Orde - in de landen van de Ukraïne evenzeer gerespecteerd als aimabel en zoals binnen de van oorsprong Franse koninklijke ridderorde - bewaard gebleven ontdekking die bericht werd in een geste indachtig vriendelijk betrekkingen die zij - Davida Clement & Deedee verkregen in de loop van de maand september van het vorig jaar - huisschilder Dima was doende de woonverblijven van mijn Villa Fidei - appartement 5/2nd - op te schilderen en te behangen en Dima had zich daartoe gezet na besluit in zijn woonplek in de Ukraïne genomen wat natuurlijk een vorm van contact met zijn woonland opleverde van waaruit de oorspronkelijk beeldprent werd gegeven en aanvaard -

spreuke: 'zie, zie, zie, indien wij niet zouden kunnen zien open ons dan de ogen'//

waaruit Clee samen met Dd de harpe David's concludeerden en
hebben zich zien herstellen voor gebruik zoals opgeduikeld tussen
de struiken, de planten en vanwege de bloemen ons gezonden/
Universiteit te Leiden (1573) -  www.hortusleiden.nl /